06 - 51544004 harry@alabonheur.nl

door Max van den Boorn fotografie Toon Meuris

Broodfonds Heuvelland bereikt plafond. Oprichter Harry Rouschop doet een oproep: “Start zelf een broodfonds, het is een briljant systeem!” Het ei van Columbus!

Bent u zelfstandig ondernemer en heeft u nog nooit van een broodfonds gehoord? Dat zou goed kunnen, want erg bekend is het fenomeen nog niet. Nog niet, inderdaad, want dat gaat ongetwijfeld snel veranderen. Broodfondsen winnen aan populariteit, ondervindt ook projectmanager Harry Rouschop uit Sint Geertruid. Hij richtte in 2013 het Broodfonds Heuvelland op en moet nu, vier jaar later, noodgedwongen een ledenstop inlassen. En dat terwijl er nog steeds ondernemers zich bij het broodfonds willen aansluiten. Wat een broodfonds precies is en wat de voordelen ervan zijn, leest u in dit verhaal.

Het is april 2013 als Harry Rouschop op een mooie lenteochtend de krant openslaat. Zijn oog valt op een artikel over broodfondsen, een voor hem dan nog onbekend fenomeen. Een broodfonds is een alternatief voor een traditionele arbeidsongeschiktheidsverzekering en is erg interessant voor zelfstandige ondernemers. Harry is dan, in de lente van 2013, al zeventien jaar actief als zelfstandig projectmanager. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft hij, net zoals 80% van alle zzp’ers, nooit gehad. Toch begint hij daar steeds vaker over na te denken, een beetje zekerheid kan geen kwaad. Iedereen kan immers arbeidsongeschikt raken. Dus wanneer Harry in de krant een verhaal leest over broodfondsen en de voordelen die het met zich meebrengt, wordt hij nieuwsgierig. Als hij enkele weken later een door het landelijk broodfonds georganiseerde informatiebijeenkomst bijwoont, is hij overtuigd. Harry wil zich aansluiten bij een broodfonds in de regio, maar dat blijkt er helemaal niet te zijn. Dan richt ik er toch zelf één op, denkt hij. En zo geschiedt. Met behulp van zwager Gaston Curfs stampt hij een eigen broodfonds uit de grond: Broodfonds Heuvelland. In de jaren die volgen groeit het broodfonds gestaag en nu, vier jaar na de oprichting, is het maximum aantal leden van vijftig bereikt. De tent is vol, er kan niemand meer bij.

Vertrouwen als toverwoord

Daarover straks meer. Laten we eerst wat dieper ingaan op de vraag: wat is een broodfonds nu precies? “Een broodfonds is een collectief vangnet voor zelfstandige ondernemers, dat een alternatief kan zijn voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering”, steekt Harry van wal. “Alles wordt gefaciliteerd door de ondernemers die lid zijn van het broodfonds, er komt geen verzekeraar aan te pas. We spreken inderdaad van ‘leden’, omdat een broodfonds opereert als een vereniging.” “Een broodfonds gaat als volgt in z’n werk: eerst kiest ieder lid hoeveel geld hij of zij per maand nodig heeft om van te leven. Dat kan een bedrag zijn tussen de € 750,- en € 2.500,-. Dit schenkingsniveau bepaalt hoeveel je elke maand opzij moet zetten op je eigen broodfondsrekening. Wie ziek wordt, krijgt, na een wachttijd van 30 dagen, elke maand schenkingen overgemaakt van de andere leden.” “En wat als je niet arbeidsongeschikt raakt? Dat is heel eenvoudig: dan krijg je het geld dat op je rekening staat gewoon terug. Dat is ook het geval wanneer je zou besluiten te stoppen als lid van het broodfonds. Het geld dat je betaalt is dus niet weg. Juist daar zit het grote verschil met een traditionele arbeidsongeschiktheidsverzekering. Daar betaal je premie en als je niet ziek wordt, ben je je centen wél kwijt. Waaraan weet niemand. Gaat je geld in aandelen? Gaat het naar duur betaalde managers? Zeg het maar. Een broodfonds daarentegen is heel transparant. Als lid weet je precies waar je geld naartoe gaat. Daar wordt niet geheimzinnig over gedaan.” “Ik betaal per maand € 122,50”, vervolgt Harry. “Als ik arbeidsongeschikt zou raken, krijg ik maandelijks € 2.500,- aan schenkingen. Netto, want het geld wordt niet belast. Let wel: je kunt maximaal twee opeenvolgende jaren schenkingen krijgen. Maar dat komt zelden voor, want in de praktijk zijn alle ondernemers binnen een paar maanden weer aan het werk. Het toverwoord van deze formule is vertrouwen. Daar is alles op gebaseerd. Je moet iets over hebben voor je collega-ondernemers. Redeneren vanuit de gedachte: samen zijn we sterker. Er zijn mensen die daar sceptisch tegenover staan. Die het hele vertrouwen-systeem niet vertrouwen. Als je daar niet mee overweg kunt, moet je zeker niet in een broodfonds stappen.”

Van taxichauffeur tot acupuncturist

Harry veert op, loopt naar de hoek van zijn werkkamer en vist een stapeltje papieren uit de printer. “Hier”, zegt hij glimlachend, “een lijstje van ondernemers die deel uit maken van ons broodfonds.” Op het A4’tje prijkt een nogal gevarieerde opsomming van beroepen. Van kappers tot koks en van een taxichauffeur tot een acupuncturist. Het is een ware mengeling van disciplines. “En ook dat heeft z’n voordelen”, merkt Harry op. “Je doet nieuwe contacten op, leert nieuwe mensen kennen, waardoor je netwerk automatisch groter wordt. Als jij een schilder nodig hebt en die zit in het broodfonds, dan heb je die snel gevonden. Een ander scenario: als er twee fysiotherapeuten in een broodfonds zitten en de één raakt arbeidsongeschikt, kan hij de ander vragen om tijdelijk wat werk van hem over te nemen. Nu moet ik zeggen: in de vier jaar dat het Broodfonds Heuvelland bestaat, is tot dusver niemand van onze leden arbeidsongeschikt geraakt. Zzp’ers zijn niet zo snel ziek, die blijven niet thuis voor een licht griepje.”

Animo genoeg

Het broodfondssysteem wint landelijk gezien aan populariteit. De media-aandacht groeit en het aantal broodfondsen in Nederland stijgt zienderogen. Momenteel zijn er ruim 13.200 leden, verdeeld over driehonderd broodfondsen. “Er ontstaan steeds meer van dit soort initiatieven. Dat heeft te maken met het feit dat mensen anders gaan denken. Ze nemen vaker het heft in eigen handen en laten daarbij de overheid of het bedrijfsleven links liggen. In dat kader kun je stellen dat broodfondsen misschien wel de toekomst zijn.” Dit najaar heeft het Broodfonds Heuvelland haar vijftigste lid verwelkomd, waardoor het een ledenstop heeft moeten inlassen. “Dat is jammer”, verzucht Harry. “We krijgen geregeld de vraag van ondernemers die zich willen aansluiten bij ons broodfonds, maar die moeten we helaas teleurstellen. Ik zou het daarom toejuichen wanneer er een tweede broodfonds in de regio wordt gestart. Dat moet lukken, want er is genoeg animo voor. Speel je met het idee een broodfonds op te richten? Dan zou ik zeggen: gewoon doen. Verzamel een paar medestanders, spreek je netwerk aan, organiseer een informatiebijeenkomst en vanaf het moment dat je twintig leden hebt verenigd, kun je een broodfonds beginnen. Ik zou het zeker aanraden. Toen ik voor het eerst over een broodfonds hoorde, was ik meteen laaiend enthousiast. Ik dacht: dit is het ei van Columbus, dit is een briljant systeem! En een briljant systeem, dat vind ik het nog steeds.”